Auteursrechten en naburige rechten in de digitale eengemaakte markt

De ministerraad keurt op voorstel van minister van Economie Pierre-Yves Dermagne en minister van Justitie Vincent Van Quickenborne een voorontwerp van wet goed inzake auteursrechten en naburige rechten in de digitale eengemaakte markt.

Het voorontwerp strekt ertoe de Europese Richtlijn (EU) 2019/790 van 17 april 2019 inzake auteursrechten en naburige rechten in de digitale eengemaakte markt om te zetten in Belgisch recht. In dit kader voorziet het ook in een nieuwe regeling die ertoe strekt de auteursrechten en de naburige rechten op het internet beter te doen naleven.

Een eerste luik van de richtlijn voorziet in vier nieuwe verplichte uitzonderingen wat de auteursrechten en de naburige rechten betreft. Het gaat om uitzonderingen betreffende het verschijnen van digitale technologieën inzake onderzoek, innovatie, onderwijs en behoud van het cultureel erfgoed, waardoor nieuwe soorten gebruik mogelijk zijn die tot nog toe niet voorzien waren in een uitzonderingsregeling. Concreet schrijft de richtlijn de lidstaten voor om in hun nationale wetgeving te voorzien in uitzonderingen voor het gebruik van technologieën voor tekst- en datamining, voor de illustratie in het onderwijs in de digitale omgeving en voor het behoud van het cultureel erfgoed.

Het tweede luik voorziet in een regeling met betrekking tot werken of prestaties die niet of niet meer in de handel beschikbaar zijn, zogenoemde “out of commerce works”. Deze werken kunnen met andere woorden niet meer via de gebruikelijke kanalen worden verworven. De doelstelling van deze regeling bestaat erin culturele erfgoedinstellingen deze werken te laten gebruiken (zoals bijvoorbeeld het digitaliseren van hun collecties of het online beschikbaar stellen ervan aan het publiek).

Het derde luik van de richtlijn is erop gericht de positie van de rechthebbenden te versterken ten aanzien van het online gebruik van hun werken:

  • een nieuwe regeling met betrekking tot online perspublicaties, waardoor uitgevers het online gebruik van hun perspublicaties beter kunnen controleren
  • een nieuwe regeling voor het gebruik van werken en prestaties door verleners van een onlinedienst voor het delen van content
  • een billijke vergoeding van auteurs en uitvoerende kunstenaars in exploitatiecontracten

Het voorontwerp van wet voorziet bovendien  in een nieuwe procedure in de strijd tegen massale online inbreuken. De grote online-contentplatformen moeten maatregelen nemen om content te verwijderen indien ze voor deze content geen licentie van de rechthebbenden hebben verkregen. Het gaat om inbreuken op het auteursrecht, de naburige rechten en het sui generis databankenrecht. Concreet voorziet het wetsontwerp in een nieuwe procedure in kortgeding, met de bedoeling snel en op duurzame wijze een einde te maken aan online inbreuken die op kennelijke wijze en op grote schaal plaatsvinden.

Tot slot voorziet het wetsontwerp ook in de oprichting van een nieuwe dienst binnen de FOD Economie: de Dienst voor de Strijd tegen Inbreuken op het Auteursrecht en de Naburige Rechten op het Internet. Deze dienst heeft de bevoegdheid om de nadere toepassingsregels van de voorlopige maatregelen zoals bevolen door de rechter verder te preciseren en ze aan te passen om de doeltreffendheid ervan te garanderen.

Het voorontwerp wordt ter advies voorgelegd aan de Raad van State.

Ten slotte zullen de rechten van de persuitgevers en de mogelijkheid van een recht op vergoeding voor uitvoerende kunstenaars verder moeten worden bestudeerd. Vervolgens zullen ze opnieuw door de ministerraad onderzocht worden met het oog op een betere bescherming van de meest zwakke partij. Er zijn vragen gesteld aan de Europese Commissie en aan een juridisch adviesbureau om na te gaan welke manoeuvreerruimte hiervoor beschikbaar is.